U bent hier

Kamer keurt tijdelijke gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing goed

Hoe ziet de vrijstelling eruit?

Deze tijdelijke vrijstelling geldt voor de verschuldigde bedrijfsvoorheffing tijdens de maanden juni, juli en augustus. De bedrijfsvoorheffing die in dit geval niet moet worden doorgestort, wordt berekend op basis van de totale kost aan bedrijfsvoorheffing op grond van de betaalde of toegekende belastbare bezoldigingen van de maand mei 2020. Het gaat hier specifiek om alle bezoldigingen met uitzondering van het vakantiegeld, de eindejaarspremie en de achterstallige bezoldigingen.

De vrijstelling is gelijk aan 50 procent van het verschil tussen enerzijds de kost aan bedrijfsvoorheffing (per maand) tijdens de maanden juni, juli en augustus, en anderzijds de totale kost aan bedrijfsvoorheffing van de maand mei.

Een voorbeeld: De bedrijfsvoorheffing bedraagt in mei 20.000 euro en in juni  30.000 euro. Voor de maand juni kan in dit geval een vrijstelling van (30.000 – 20.000) / 2 = 5.000 euro worden toegekend.

Wat zijn de voorwaarden voor deze vrijstelling?

Om in aanmerking te komen voor deze tijdelijke vrijstelling, gelden een aantal voorwaarden:

  • U heeft tussen 12 maart en 31 mei minstens 30 kalenderdagen ononderbroken gebruik gemaakt van het stelsel van tijdelijke werkloosheid.
  • De uitkering kan niet worden toegepast wanneer een dividenduitkering, kapitaalvermindering, inkoop eigen aandelen of enige andere vermindering of verdeling van het eigen vermogen heeft plaatsgevonden in de periode van 12 maart tot 31 december.
  • De uitkering kan niet worden toegepast wanneer uw vennootschap een deelneming heeft in of bepaalde betalingen verricht naar bedrijven gelegen in belastingparadijzen.

De concrete toepassingsmodaliteiten zijn vandaag nog niet gekend en zullen deel uitmaken van een Koninklijk Besluit.

Vertel het verder